In de lage landen leert iedereen spelenderwijs fietsen. Wielrennen lijkt een zaak van op een racefiets stappen en trappen maar, en als je in je eentje fietst is dat misschien ook wel zo. Fietsen in een groep blijkt echter andere koek. En alsof het fietsen in een groep nog niet ingewikkeld genoeg is...
..moet je ook nog rekening houden met medeweggebruikers. Niet bij iedere automobilist en ‘gewone’ fietser zijn wij als racefietsers even geliefd. Daar kunnen we zelf wat aan doen. Met een aantal eenvoudige tips en inzicht in de mentale houding wordt het fietsen in je wielergroep beter en ook voor andere weggebruikers prettiger.
Natuurlijk is dit vanuit Nederlandse inzichten geschreven, dit artikel dat Fiets.nl deelt, maar toch de moeite waard om te lezen, zowel voor onze A, B, C en D groep.
Enkele punten eruit gepikt: Aandachtspunten bij het rijden in groepen
1. Handen bij de remmen houden
2. Goed anticiperen en veranderingen langzaam doorvoeren
3. Altijd voor je kijken, niet naar je buurman
4. Afstand houden via elleboog, schouder of handje
5. Dicht tegen de berm rijden
6. Lijn houden bij omkijken, bijvoorbeeld door hand op schouder van je buurman te leggen
7. Blinde bochten ‘doorkijken’, anticiperen op mogelijk tegenverkeer
8. Ritsen
9. Slim omgaan met krachtsverschil
10. De juiste waaier gebruiken: enkele of dubbele waaier of serie waaiers
11. Over de as van de weg rijden waar het kan en je weet wat er voor en achter komt
12. Manoeuvreerruimte houden zodat je niet klem komt te zitten
Signalen
1. Signalen worden niet alleen geroepen, maar ook met gebaren aangegeven. Want kreten worden soms niet gehoord, aanwijzingen soms niet gezien.
2. Roep en gebaar niet bij ieder klein gaatje in de weg of drie korrels zand. Zo blijft iedereen alert op de signalen die er echt toe doen.
3. ‘Vóór’ roep je wanneer er iets/iemand is of komt op je eigen weghelft. Waarschijnlijk gaat de groep iets naar links om in te halen.
4. ‘Tegen’ roep je bij tegenliggers. Dan moet je mogelijk iets naar rechts of ritsen.
5. ‘Tikkie links’ of ‘tikkie rechts’ roep je als je je voorganger een klein beetje naar links of rechts op de weg wilt hebben, bijvoorbeeld om beter uit de wind te zitten.
6. ‘Tussen’ roep je als iemand afzakt in een waaier en je hem voor je wilt laten invoegen.