Wielertermen moeten niet altijd letterlijk genomen worden!
Gepost op 17/02/2022
Het wielerseizoen staat weer voor de deur, en dan aanhoren we weer de kenners van 't veloke! Wielrennen kent echter vele termen en uitdrukkingen, maar ze zijn niet altijd even duidelijk qua betekenis. Hier een overzicht(je):
A à bloc
Voluit, met volle inzet, rijden. aan de boom schudden
Hard doorrijden om tegenstanders in de kopgroep te lossen, ook rijden als een tank. goed kunnen aankomen
goed kunnen sprinten voor een niet-sprinter asfalt-eczeem
schaafwond
B De Tour de France win je in bed
Goed slapen is essentieel om te herstellen. (Sean Kelly) Eerst het bordje van de ander leegeten
De tegenstander het werk laten opknappen en zo energie sparen (J. De Cauwer) bordeneur
motorrijder die met behulp van een schoolbord de voorsprong op achtervolgers aangeeft in de boter trappen
Erg soepel fietsen. de bus
Groep renners die niet mee kan in de bergetappes en gezamenlijk in een rustiger tempo naar de finish fietst. De chauffeur van de bus is doorgaans een ervaren renner die het tempo zodanig regelt dat de groep nog binnen de toegelaten tijd aan de finish komt Sometimes you don't need a plan. You just need big balls
Uitleg overbodig (Tom Boonen).
C chapeau
“Hoedje afnemen”, een term van respect na iemands inspanning. chasse patate
Dat is de situatie waarbij een groepje renners uit het peloton ontsnapt om naar een kopgroep te rijden, maar halfweg blijft hangen. Ze slagen er kilometers lang niet in de kopgroep te bereiken, maar ze zijn ook te ver voorop om zich nog te laten inhalen door het peloton. Zoals taal- en sportkenner Mark Uytterhoeven ooit opmerkte: “je voelt je redelijk onnozel, ‘en chasse patate’.” courir c’est mourir un peu
Koersen is een beetje sterven -Tim Krabbé; De Renner
D dak
het dak van de ronde wordt bereikt op het hoogste punt. In de Tour bvb de Tourmalet. de deur dichtdoen
Bij een sprint van de eigen lijn afwijken en daardoor de tegenstander de pas afsnijden. de deur staat (achteraan) open
Het gaat zo snel dat er renners worden gelost achterin het peloton. de dood of de gladiolen
Zo hard mogelijk fietsen en maar kijken wat het resultaat is: de bloemen of helemaal niks. demarreren
Een demarrage (werkwoord: demarreren) of ontsnapping is een plotse versnelling van één of meerdere coureurs, om een voorsprong te krijgen op de groep, vaak het peloton, waaruit men wegrijdt. doorjassen
Met het verstand op nul hard blijven doorfietsen. (M. Wuyts) d’r op en d’r over
Een renner of groep inhalen, en vervolgens direct voorbij rijden. la Doyenne
Bijnaam van Luik-Bastenaken-Luik. Letterlijk: de vrouwelijke nestor, of Grande Dame. derde bal
Een blessure die begint met een puistje in de bilnaad dat door druk en wrijving uitgroeit tot een ontsteking ter grootte van een ei. Typisch mannelijk..
E en danseuse
Staand op de trappers bergop rijden en zwaaiende bewegingen maken met het lichaam, à la Contador. aan het rekker hangen
Achter in een groep fietsen en op het punt staan gelost te worden. erbij liggen
deel uitmaken van een valpartij.
F Flandrien
Een Flandrien is een renner die houdt van kasseien en korte, nijdige hellingen (zoals we ze vooral in Vlaanderen terugvinden). la flamme rouge
rode driehoek, laatste kilometer Force (in de benen)
Genoeg energie om hard te fietsen
G het gat dichten/dichtrijden:
Aansluiting krijgen met een voorligger. een gat laten vallen
Een of meer renners laten wegrijden, al dan niet met opzet. Waarvan we onverdienstelijke Belgische pogingen hebben gezien op het cross- WK in de USA ! een gat toe rijden
Een achterstand goedmaken. gangmaker
renner die voor zijn kopman rijdt om hem op gang te brengen in de sprint en de luchtweerstand voor hem te vermindert geparkeerd staan
Nauwelijks nog bergop kunnen fietsen zodat men bijna stilstaat. gestrekt tempo
Rijden met hoog tempo, net niet maximaal. Ketting strak, de pees erop! goei benen hebben
In goede vorm verkeren. grinta
Hardnekkigheid, verbetenheid. (Italiaanse term) hij is gezien
Hij is verslagen, op achterstand gereden, komt niet meer terug.
H een half- wieler
renner met een iets langere fiets, rijdt steeds een half wiel voor, vervelende mensen... de man met de hamer tegenkomen*
In korte tijd compleet uitgeput raken. hij zit te harken (rijdt met zijn hol open)
Hij rijdt zwoegend , zittend, diep in de beugel, puntje van de zadel (Gerrie Knetemann) hongerklop
Plotselinge uitputting door tekort aan koolhydraten.
J een jasje uitdoen
Een inspanning leveren, een stuk uit de reserves putten (J. De Cauwer).
K op de kant zetten
bij zijwind het peloton zo’n formatie opdringen dat de achtersten niet meer optimaal uit de wind kunnen rijden en moeten lossen, zodat waaiers ontstaan. op karakter fietsen
Het fietsen niet opgeven ondanks pijn, door kwetsuur, lang vooruit gereden, mindere conditie... elkaar bij de keel vasthouden
Wanneer klassementsrenners elkaar geen strobreed toegeven in de strijd om de koppositie. Daarmee wurgt de klassementsrenner ook zijn eigen kansen. Vaak wordt gedacht: ‘Ik niet, dan mijn concurrent ook niet.' hij raakt geen kasseien
Zeer hard over een kasseistrook fietsen. de koers hard maken
groepsgewijs een hoog tempo rijden, waardoor ontsnappingen worden bemoeilijkt een koffiemolentje draaien
Met een zeer kleine versnelling rijden. een kwak geven
Tijdens de sprint bewust iemand opzij zetten door een bruusk manoeuvre.
L lead-out
Sprint voorbereiden door één of meerdere renners, die dit voor hun sprinter uitvoeren. linkeballen
Tactisch manoeuvreren tijdens de koers, dat wil zeggen: zo weinig mogelijk kopwerk doen. Typisch Nederlands woord ;-) een loper
Een beklimming die geleidelijkaan steiler wordt en geen bruuske afwisseling in percentages kent. (Chris Geyselings- BK St- Vith) lossen
Niet mee kunnen komen met een groep of het peloton.
M meesterknecht
Ploeggenoot die veel werk verzet voor zijn kopman; ook wel adjudant of wegkapitein genoemd. meurg zijn
Uitgeput door inspanning of warmte. op de grote molen
Met een groot verzet, een grote versnelling op de fiets rijden. monument
Eén van de vijf meest prestigieuze eendagskoersen van het jaar, te weten: Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. een kleine motor hebben
Een renner met kleine motor heeft minder uithoudingsvermogen en zal nooit in de finale van een >250km wedstrijd rijden ervanonder muizen
Wegspringen, demarreren op een onopvallende manier. musette
Etenszakje.
N Neoprof
Een renner die zich voor het eerst uiterlijk in zijn 25ste levensjaar aansluit bij een ProContinental-team of WorldTour-ploeg, mag zich neoprof noemen. Neoprof kan je twee jaar zijn met twee vingers in de neus (een overwinning behalen)
Makkelijk (winnen). met een neuslengte (ook: banddikte) verschil winnen
Winnen met een klein verschil. het nieuwe wielrennen
Wielrennen zonder doping, term ingevoerd na de doping-affaires van 2006 en 2007.
O opgebaard over de meet komen nadat je je het snot voor de ogen hebt gereden
Dodelijk vermoeid de finish bereiken. (Gerrie Knetemann)
P palmarès
Een lijst met een renners overwinningen en andere prestaties. platte benen hebben
In slechte vorm verkeren. Parijs is nog ver
Uitdrukking die toegeschreven is aan Joop Zoetemelk, wil aangeven dat de strijd nog niet gestreden is, dat de prijzen aan de eindmeet worden uitgedeeld. een patat krijgen
Een sportieve draai om je oren krijgen. plakker
Een plakker, plakt zich aan het wiel van iemand vast en wil geen kopwerk doen, om uiteindelijk te profiteren van andermans werk. Zie linkeballen. puncheur
Renner met een sterke eindsprint in een korte steile klim.
R op het rooster leggen
De renners worden door de beste in de groep helemaal kapot gereden (typisch Tank- maneuver) rouleur
Een renner die in staat is om snel te rijden op het vlakke.
S Er een snok aan geven
Een (plotse) krachtexplosie, tempo de hoogte injagen. (Dirk De Wolf) een ander het snot voor de ogen rijden
Hem of hen afpeigeren en zo goed als eraf fietsen. soigneur
Een verzorger. op souplesse rijden
De trappers met een efficiënte techniek rondbewegen, met een hoog aantal omwentelingen per minuut. een spervuur van demarrages
Talrijke demarrages aan het eind (of het begin!) van een wedstrijd of etappe. de sprint aantrekken
Op ruime afstand van de streep zo hard mogelijk rijden zodat de kopman in een ideale positie kan beginnen met sprinten. een safflet krijgen
Hongerklop krijgen. Te weinig gegeten hebben waardoor het lichaam in eens niet meer in staat is tot grote fysieke inspanning. spurtbom
Begenadigde spurter met explosieve, krachtige stijl. ze staan stil
Die groep heeft een relatief laag tempo, niemand wil rijden. stervende zwanen
Een uitdrukking die af en toe door Michel Wuyts gebruikt wordt. Het is veelal een spurt tussen twee renners (of meerdere) die na een immense krachttoer nog een inspanning moeten leveren. stoempen
Fietsen op kracht met weinig techniek voornamelijk op zwaar terrein (berg, kasseien, modderige grond), variant van stampen. (ook: op karakter fietsen) surplacen
Balancerend stilstaan op de fiets om zo een tegenstander ongewild de leiding op te dringen (in het baanwielrennen); het bijpassende zelfstandig naamwoord luidt surplace (van het Franse sur place, “ter plaatse”).
T de Tour wacht op niemand
Er is geen mededogen met pechvogels in de Tour de France.
U uitgewoond zijn
Uitgeput zijn, volledig op (Gerrie Knetemann).
V vals plat
Licht oplopend, schijnbaar vlak stuk van het parkoers. verdapperen
Harder gaan rijden. vierkant draaien
Niet vlot fietsen (door moeheid, of door technische tegenslag of vete in de ontsnappende groep- het draait vierkant). viezerikske
Segment van een beklimming die je dwingt in het rood te gaan. virtueel in het geel rijden
Renner die tijdens een etappe in de Ronde van Frankrijk zo’n voorsprong heeft dat hij de gele leiderstrui zou dragen als de rit op dat moment zou eindigen. het rode vod (la flamme rouge)
de boog of spandoek die de laatste kilometer aanduidt. Van oudsher was dit een rode driehoekige vlag (vod)
W een waaier (trekken)
Bij zijwind rijden de renners het liefst schuin achter elkaar, zodat de renners (behalve de eerste) uit de wind rijden. Wanneer zo de ganse breedte van de weg gebruikt is en er geen plaats meer is, komt de volgende renner in de wind en zal die het moeilijker krijgen om te volgen. Omdat hij in feite verplicht wordt om een nieuwe waaier te vormen, kan hij en de rest van het peloton “eraf gereden worden”. (ook: (het peloton) op de kant zetten.) wegkletsen
demarreren wegwaaien
Een renner kan niet volgen en moet van de groep lossen. wesp
aranesp, een soort super-epo. (gebruikt in de zaak Johan Museeuw) iemands wiel pakken
Achter een tegenstander aan gaan, iemand viseren. in iemands wiel springen
Achter een tegenstander aan gaan. wieltjeszuiger
Wielrenner die steeds achter een ander aanrijdt en niet op kop gaat. Samen met "iemands wiel pakken" en "in iemands wiel springen" uitstekend ten berde gebracht door M. Van de Poel tijdens Gent- Wevelgem 2020 door de wind boren
Met wind pal op kop voor het peloton proberen te blijven.
Z hij zit in een zetel
Hij zit in een zeer voordelige positie als de sprint begint, favoriete plaats van C. Palmans. zwemmen
Tussen twee groepen in fietsen zonder dat de eerste groep wordt ingehaald. (ook: chasse patate)